Na een warme kerst de koude douche

Door Bart De Wever op 17 januari 2012, over deze onderwerpen: Asiel

Piotr Koscik. Zo heet de Poolse 'holbewoner' die Vlaanderen tijdens de kerstperiode in de armen sloot. Van Piotr Koscik werd het 'onze Piotr'. Maar nog voor de Pool 'Piotterke' kon worden, spatte de romantische kerstbubbel uiteen. Piotr bleek een doodgewone 'loser' met een crimineel verleden. Of hoe wij, zo schrijft BART DE WEVER, collectief staan te popelen om ons te verwarmen aan een sentimenteel (kerst)verhaal, eentje over het slachtofferschap van de goede mens in de boze wereld.

In de donkere dagen voor Kerstmis zagen opmerkzame passanten aan de Charles De Costerlaan op de Antwerpse Linkeroever een rookpluim opstijgen. Prompt alarmeerden ze de brandweer. De spuitgasten vonden geen uitslaande brand, maar een kookpot op een houtvuurtje in een uitgegraven bunker die met betonplaten en plastic tot een armetierige woonst was omgebouwd. Zo maakte de wereld kennis met de 41-jarige Poolse metselaar Piotr Koscik.

Piotr woonde naar eigen zeggen al vijf jaar in die door ratten geteisterde bunker, waar hij eenzaam overleefde zonder elektriciteit, water of sanitaire voorzieningen. Hij was als werkgast vanuit Polen naar Antwerpen gekomen en kon in eerste instantie goed zijn boterham verdienen. Maar in 2007 greep de crisis om zich heen. Piotr verloor zijn job bij een malafide ondernemer en werd dakloos.

En wat deed de overheid dan aan zijn schrijnende toestand? Piotr was al zeker twintig keer bij het OCMW langsgegaan. Maar omdat hij illegaal in het land verbleef, had men hem daar telkens wandelen gestuurd. Net als Jozef en Maria destijds. De politie was al eens langsgekomen. Niet om hem naar een beter oord te voeren, maar om zijn stulpje af te breken zodat Piotr de kerstdagen niet eens in een stal kon doorbrengen.

Het verhaal van Piotr lokte een golf van verontwaardiging uit in verschillende media. Want hoe is zoiets toch mogelijk in het rijke West-Europa? Aangegrepen lezers schoten in actie: truien, sjaals, mutsen, soep, sloffen sigaretten, wodka, etenswaren. van alles werd spontaan naar de omgebouwde bunker van Piotr gebracht. Mensen boden hem geld aan, een gsm, een hotelkamer, een vakantiechalet, werk. Een gezin uit Hove nodigde de eenzame Piotr zelfs uit voor Kerstmis, waar hij met tranen in de ogen het kerstmaal mocht delen. De vader des huizes, tevens OCMWraadslid, slaagde er bovendien in een tijdelijk onderkomen voor Piotr te vinden. Als klap op de vuurpijl was Piotr eregast bij de voetbalwedstrijd Beerschot-Lierse. Hij had er bijna de aftrap gegeven, maar dat bleek vanwege praktische overwegingen onmogelijk. 'Kerstwonderen, ze bestáán', concludeerde Het Laatste Nieuws. En inderdaad, Charles Dickens had het niet beter kunnen verzinnen.

In de beeldvorming begon Piotr snel te veranderen van een meelijwekkende mens tot een tot leven gekomen personage uit de romantische literatuur. Werd er in de eerste berichtgeving nog gesproken over de primitiviteit van zijn huisvesting, al snel werd Piotr zelf een soort primitief. Eten ving hij door te vissen in de vijver achter zijn bunker. Daar waste hij zich ook, net als zijn kleren. De vrije natuur fungeerde als zijn toilet. Als een dier moest Piotr immer waakzaam zijn tegen de dreiging van ratten die zijn hol en zijn eten wilden inpalmen. Piotr werd letterlijk een oermens, in het taalgebruik van de kranten werd hij niet meer als 'dakloze' maar als 'holbewoner' omschreven.

Piotr werd een creatuur die zoals Tarzan door omstandigheden buiten zijn wil om was teruggekeerd naar de oerstaat van de mens en in een dierlijke naïviteit leefde. De manier waarop zijn verblijf bij het Hovense gezin werd beschreven, was dan ook kinderlijk ontwapenend. Terwijl Piotrs Antwerps met zwaar Pools accent in eerste instantie door de media nog werd vertaald in verstaanbare volzinnen, liet men na een paar dagen de pure Piotr aan het woord. 'O, pikke-pikkepikke in de mond' zei hij toen hij nietsvermoedend een rode peper binnenspeelde. Of 'ni gepikt, ni gepikt, gekregen van Marc!' als hij een blikje bier uit zijn mouw haalde. Al snel was hij niet langer Piotr Koscik of Piotr K. Alleen zijn voornaam werd nog gebruikt. Piotr, net zoals Ötzi de IJsman of Lucy de eerste mens. Om het plaatje van de bon sauvage volledig te maken, bleek Piotr verborgen talenten te hebben. Behalve kundig metselaar, was hij op zijn zestiende Pools schaakkampioen geweest en had hij zeven jaar in het seminarie gezeten.

Gesneden koek, dat was Piotrs verhaal voor een samenleving waarvan het mensbeeld sinds de Verlichting ingrijpend veranderd is. In de christelijke leer over de zondeval zien we hoe de mens niet intrinsiek slecht is, maar helaas altijd door het kwade kan worden verleid. Goed gedrag is een levenslange opdracht met vallen en opstaan. Het vergt dus beschaving om ons gedrag en onze menselijke relaties binnen de banen van het goede te houden. Met zijn Discours sur l'origine et les fondements de l'inégalité parmi les hommes haalde Jean-Jacques Rousseau dat mensbeeld onderuit.

De 'bon sauvage' die hij schetst, is de mens die van nature goed is. De beschaving is precies de bron van het kwaad, omdat de maatschappelijke structuren en de heersende waarden de goede mens corrumperen. De samenleving leert de mens hebzuchtig, onbarmhartig en brutaal te zijn. Met zijn streven om de mens naar zijn 'goede' natuurstaat terug te voeren, zou Rousseau de kiem leggen voor de grote ideologische nachtmerries van de 20ste eeuw. Zijn romantische mensbeeld blijft tot vandaag gemeengoed en bepaalde steeds meer onze visie op onderwijs, opvoeding, justitie en menselijke relaties. Mensen in een slechte toestand werden in eerste instantie slachtoffers van de samenleving. Een slachtofferschap dat liefst zo publiek mogelijk wordt verkondigd zodat we ons collectief kunnen laven aan sentiment. De bon sauvage bleef daarbij de stijlfiguur bij uitstek om de slechtheid van de beschaving aan de kaak te stellen.

Het verhaal van Piotr, de wijze wilde, had het echt allemaal: een deerniswekkend slachtoffer van de ijskoude maatschappij, een periode van het jaar waarin de drang naar publiek sentiment maximaal is en een aanwijsbare boosdoener in de vorm van de onpersoonlijke overheid. Alle remmen los dus, de lezersrubrieken van de kranten vulden zich met reflecties over de morele verwording van onze samenleving. De Antwerpse burgemeester zag zich verplicht om een initiatief te beloven want de kritiek op de onmenselijke stadsdiensten zwol aan.

Totdat de waarheid het larmoyante volksfeest kwam verknoeien. Piotr had in zijn eerste contacten met de media al aangegeven dat hij een crimineel verleden had, maar we verkozen allen tezamen om ervan uit te gaan dat dit allicht alleen ging over winkeldiefstallen waartoe hij door zijn ellendige toestand verplicht was. De man had echter een paar maanden in de gevangenis gezeten op verdenking van verkrachting van een minderjarig meisje. Tevens werd hij veroordeeld voor bedreiging, stalking en slagen en verwondingen ten aanzien van zijn ex-vriendin. Piotr was dus niet zo eenzaam als hij beweerde. Binnen de Poolse gemeenschap in Antwerpen was hij bekend. Een Poolse vrouw prikte zijn verhaal over het jarenlang wonen in de bunker trouwens door, door de eenvoudige vraag te stellen hoe hij kleren, gewassen in een vijver, kon droogkrijgen op zo'n vochtige plek. Twee jaar geleden woonde Piotr nog in de Borgerhoutse Gasstraat, dat bleek uit het verslag van de politie die hem daar toen stomdronken was gaan afzetten. Ten slotte kwam ook aan het licht dat het OCMW wel degelijk al had geprobeerd om de man hulp aan te bieden, maar van hem geen medewerking kreeg.

En zo werd Piotr opnieuw Piotr Koscik, een sociaal gemarginaliseerde man die hoogstwaarschijnlijk met psychische problemen worstelt. Het soort mens dat je in elke metrogang voorbijloopt, indien nodig in een wijde boog om de stank wat te ontlopen. De publieke belangstelling smolt weg als sneeuw voor de zon. De door ons verzonnen Piotr greep iedereen naar de keel en maakte het beste in mensen los. De echte Piotr Koscic beroert maar heel weinig harten. Gisteren volgde nog het nieuws dat Piotr van de politie het bevel kreeg om onmiddellijk het Belgische grondgebied te verlaten en zich radeloos afvraagt wat hij nu moet doen. Wat de eindbalans van het publieke sentiment voor de man wel bijzonder tragisch maakt. Uiteindelijk ging dit kerstverhaal dus helaas niet over onze grootmenselijkheid. Het ging over de drang om ons sentimenteel te laven aan het slachtofferschap van de goede mens in de boze wereld. Publiek sentiment - het voelen van emoties in grote vluchtigheid en zonder er een prijs voor te betalen - is nu eenmaal het grootste volksvermaak geworden. Ideaal voor een goed kerstfeest.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is